Buurtaanpak Kindermishandeling in Amsterdam Oud Oost

Al vanaf 2015 werkt Praat in de Indische Buurt in Amsterdam met de Buurtaanpak Kindermishandeling. Met deze aanpak trainen we alle organisaties die met kinderen te maken hebben in het signaleren van kindermishandeling, we kijken wat de verschillende organisaties nog meer nodig hebben om het signaleren te verbeteren, en we zoeken samen met de organisaties naar manieren om beter samen te werken in de wijk. Deze aanpak werpt zijn vruchten af in de Indische Buurt, en in opdracht van de Gemeente Amsterdam zijn we sinds jan. 2018 met een Buurtaanpak Kindermishandeling in de wijk Oud Oost gestart.

Voorlichting bij HeartLinQ

Vrijdag 2 februari heeft Ted Kloosterboer van Praat een voorlichting gegeven aan de vrijwilligers van HeartlinQ in Amsterdam. Het doel van HeartLinQ is positiviteit verspreiden door middel van diverse kinderactiviteiten organiseren op het gebied van duurzaamheid, milieu en de natuur. Tijdens de voorlichting zijn we in gesprek gegaan over ‘wat is kindermishandeling, en wat vind ik zelf kindermishandeling’. Naar aanleiding van dit thema heeft Marja Remesar het volgende gedicht  geschreven:

“Had ik maar een paraplu,
die ik stevig kan vasthouden en die mij beschermd
tegen alle negatieve invloeden van de wereld
Had ik maar een harnas,
die mij beschermd tegen alle nare woorden,
die ik zo vaak heb moeten aanhoren
En dat niemand meer hun lusten en lasten op mij kan botvieren
Wie is daar?
Hoor jij mij?
Heb jij zo’n paraplu of harnas voor mij”

Marja Remesar

Verwaarlozing, het is soms heel subtiel

Kinderen kunnen soms geraakt worden, en geschaad worden door ogenschijnlijk heel onschuldige opmerkingen. Een ouder die, in een gezelschap het altijd over ‘dat kind’ heeft, en  nooit de naam van het kind  noemt, het kind het gevoel geven dat de ouder niet onvoorwaardelijk van hem of haar houdt. In de bewoording ‘dat kind’ klinkt namelijk veel afstand, en dat is een stuk minder wanneer het kind bij naam genoemd wordt. Zeker in gezinnen waar kinderen zich niet heel veilig voelen, niet honderd procent zeker zijn van de liefde en aandacht van de ouders, kan zo’n simpel zinnetje een grote impact op het kind hebben. Vaak vallen dit soort zinnen buitenstaanders wel op, zonder dat men zich realiseert wat deze uitspraken voor een kind betekenen. Wanneer een uitspraak je opvalt, en eigenlijk raakt aan je onderbuik gevoel, wees dan alert.

Echte aandacht

Sommige kinderen zijn vaak alleen thuis. Bijvoorbeeld omdat beide ouders werken en er onvoldoende middelen zijn voor goede opvang voor de kinderen.
Voor kinderen is het belangrijk dat zij zich veilig en geborgen voelen, en dat zij weten dat zij bij hun ouders terecht kunnen. Bij ouders die vaak afwezig zijn, ontwikkelen kinderen dit gevoel niet.

Voor kinderen maakt het niet uit waarom de ouder(s) afwezig zijn. Wat voor hen telt, is het feit dat er geen volwassenen in hun omgeving zijn die er (bijna) altijd voor hen zijn.

Om te kunnen groeien, letterlijk en figuurlijk hebben kinderen de aandacht nodig, zowel lijfelijk als emotioneel, nodig van hun ouders of verzorgers. En al doet de ouder nog zo zijn best, door  contact te houden met behulp van briefjes, telefoontjes en appjes, de veelvuldige en langdurige afwezigheid van de ouder(s)/verzorger(s) kan er voor zorgen dat het kind zich niet veilig hecht

 

 

Hoe vertel ik het onzegbare?

Hoe vertel ik het onzegbare? 

De meeste kinderen praten niet graag over problemen thuis. Zeker niet als het om kindermishandeling gaat. Ze houden het geheim voor zich, uit schaamte, angst, schuldgevoel  of loyaliteit. Het gevolg hiervan is dat de mishandeling jarenlang kan doorgaan en misschien wel erger wordt. Om dit tegen te gaan hebben kinderen een plek nodig waar ze wel durven te praten. Het helpt om een kind te vragen hoe het met hem of haar is.  Het helpt om te benoemen wat je ziet, en dat je daar met het kind over wilt praten. Soms kan of wil een kind echt niet vertellen wat hem/haar bezighoudt. Dan kom je niet verder dan telkens laten weten en merken dat je er altijd voor hem bent en dat het kind altijd mag komen praten. Ook al is het praten met kinderen over hun situatie niet makkelijk, geef niet te snel op. Want er zijn heel veel kinderen die juist wachten op het moment dat er eindelijk iemand naar vraagt.

Schelden doet wél zeer!

Schelden doet wél zeer 

Bij psychische mishandeling, of ook wel emotionele mishandeling  kan het zo zijn dat een kind door één van de ouders of beide ouders stelselmatig wordt uitgescholden. Soms lijkt het wel alsof het voor de ouders bijna gewoon is geworden om een kind met een scheldwoord of met een vernederende benaming aan te spreken. Wanneer je als kind stelselmatig met stomkop, ezel, rotzak, of dat kind wordt aangesproken, kan het kind het gevoel krijgen dat de ouders niet van het kind houden, dat de ouders het kind dom of lelijk vinden, dat de ouders  een hekel aan het kind hebben. Dit gevoel, van niet geliefd en gewaardeerd zijn, kan grote gevolgen voor een kind hebben. Het kan zijn dat het kind geen zelfvertrouwen ontwikkeld en dat het zelfbeeld van het kind zich negatief ontwikkeld.

 

Dat hebben ze toch niet in de gaten

Vaak denken mensen bij het getuige zijn van huiselijk geweld, dat kinderen echt moeten zien dat de ouders elkaar fysiek te lijf gaan. Maar voortdurende spanningen tussen de ouders, of verbale ruzies die hoog oplopen, zijn voor kinderen ook bedreigend en kunnen het gevoel van veiligheid ondermijnen. Bovendien denken ouders vaak dat, als ze maar geen ruzie maken waar de kinderen bij zijn dat de kinderen er dan geen last van hebben. Kinderen merken echter meer dan ouders denken. En ook als de kinderen op bed liggen, merken ze negen van de tien keer wel degelijk dat ouders een heftige verbale woordenwisseling hebben. Het is belangrijk om dit te onderkennen, en met kinderen te praten over de gevoelens die dit bij hen oproepen.

Triggers voor lichamelijke mishandeling

Heel vaak is er een trigger waarom ouders hun kinderen mishandelen. En deze triggers hebben vaak niets met het gedrag van het kind te maken. Veelal heeft kindermishandeling te maken met de omstandigheden waarin de ouders leven. Bekende risicofactoren voor het ontstaan van kindermishandeling zijn  bijvoorbeeld financiële zorgen, armoede en werkeloosheid. Wanneer ouders te maken hebben met één van deze factoren zal dit voor veel stress zorgen. En zodra de stress hoog oploopt, kan dit escaleren in kindermishandeling.

Soms kunnen mensen het stressniveau waarmee ze leven nog net aan, maar kan een schijnbaar onbelangrijk voorval er voor zorgen dat het broze evenwicht ernstig wordt verstoord. Het verlies van de favoriete voetbal club kan bij iemand die al heel veel stress ervaart, dan net de laatste druppel zijn, die de emmer doet overlopen, waarna er mishandeling plaats vindt.

Belang van hulp

Veel volwassenen die vertellen over hoe zij als kind mishandeld werden, vertellen vaak ook dat er ‘omstanders’ waren die wisten wat er thuis gaande was. Soms vertellen deze volwassenen dat zij dat als kind al wisten, anderen zijn zich dat in de loop van hun leven gaan realiseren. Voor velen is dat besef, men wist het maar heeft niets gedaan, net zo pijnlijk als de mishandeling zelf.

En het is moeilijk om in actie te komen. Zeker als het gaat om mishandeling binnen je eigen familie of je eigen vriendenkring. En we vinden het met z’n allen zo ingewikkeld dat we allerlei redenen bedenken wáárom we niet in actie komen. ‘Stel nou dat het niet waar is’, ‘Wat als ik het erger maak’. Maar kinderen die mishandeld worden leven als het ware  in een oorlogsgebied, en hebben recht op steun en hulp. En wij, de omstanders, de samenleving hebben de plicht om deze kinderen te helpen.

 

Vrouwelijke pleger seksueel misbruik

Seksueel misbruik wordt over het algemeen geassocieerd met mannelijke daders. Pas in de jaren negentig kwamen vrouwen niet alleen als slachtoffer, maar ook als dader in beeld. Toch is het lastig om het misbruikthema in combinatie met een vrouwelijke dader in ons denkpatroon in te passen. Het traditionele beeld van de vrouw is tenslotte het meer verzorgende, liefdevolle, moedertype. Zij zal minder geneigd zijn om geweld te gebruiken om haar belangen en behoeften af te dwingen. Een mannelijke dader, die met geweld neemt waar hij behoefte aan heeft, past beter in het cliché.

Bij seksueel misbruik gaat het echter vooral om het uitbuiten van een vertrouwensrelatie. Een vrouwelijke dader maakt meer gebruik van de alledaagse vorm van geweld; het beroep doen op liefde, op medelijden, het in verwarring brengen, in het hoofd van het slachtoffer gaan zitten. Of het blijft verborgen binnen de opvoedingstaken, zoals wassen en aan- en uitkleden. Zolang we denken dat vrouwen niet in staat zijn tot het plegen van seksueel misbruik zullen we ook signalen van slachtoffers blijven missen.