Terugblik op 2019, een jaar met voor ons, twee gezichten

Zo vlak voor het einde van 2019 is een terugblik op het afgelopen jaar op zijn plaats. Een terugblik op hoe het gaat met het signaleren van kindermishandeling. En ook hoe het Stichting Praat dit jaar is vergaan.
Helaas stemt dit jaar ons niet erg optimistisch, als het gaat over de zorg voor kinderen in de knel. De berichten die we krijgen over de hulpverlening aan kinderen en gezinnen die te maken hebben met kindermishandeling en huiselijk geweld zijn niet goed. De gevolgen van de transitie worden steeds zichtbaarder. Lange wachtlijsten, geen passende hulp en organisaties die op omvallen staan. Grote werkdruk door het grote aantal kinderen en gezinnen die hulp nodig hebben. En het lijkt erop dat de problemen steeds complexer worden.

Signaleren

Maar ook de laatste onderzoeken naar het signaleren van kindermishandeling geven een zorgelijk beeld. Het grootste gedeelte van de meldingen wordt gedaan door de politie. En maar 4% van alle meldingen door scholen. Daaruit kunnen we concluderen dat kinderen die mishandeld worden pas laat in beeld komen; wanneer de situatie geëscaleerd is en de tussenkomst van de politie nodig is.
Het is, zeker voor de kinderen, veel beter als zij eerder gezien worden en dus ook eerder hulp krijgen. Maar dan is het wel nodig dat de hulpverlening op orde is.

Stichting Praat

Als we Praat centraal stellen in de terugblik, dan overheerst een ander gevoel. Praat heeft in 2019 haar best gedaan om een bijdrage te leveren aan het eerder signaleren van kinderen in de knel. En aan het doorbreken van het zwijgen over kindermishandeling.
We hebben dat op veel plekken in Nederland mogen doen, bij opleidingen, scholen, kinderopvang, zorg- en welzijnsorganisaties en bij vrijwilligersorganisaties.
Ook zijn we in de gemeente Amsterdam gestart met de Buurtaanpak Kindermishandeling in Zuid Oost.
We merken dat steeds meer organisaties ons weten te vinden. En veel organisaties vragen ons met regelmaat terug. Dat voelt als een groot compliment!

Signalenwijzer

Vorig jaar november hebben we, in samenwerking met Spelpartners (www.spelpartners.nl) de Signalenwijzer op de markt gebracht, een hulpmiddel om met elkaar in gesprek te gaan over het signaleren van kindermishandeling.
Wij waren ervan overtuigd dat er behoefte was aan zo’n hulpmiddel, en afgelopen jaar is gebleken dat dit inderdaad zo is. De verkoop van de Signalenwijzer gaat ontzettend goed en de reacties zijn heel erg positief. Het gesprek over signaleren wordt veel makkelijker met behulp van de Signalenwijzer.

Met die reacties waren we natuurlijk al super blij. En toen kwam het bericht dat de gemeente Amsterdam de Signalenwijzer ging uitdelen. Tijdens de bijeenkomsten mochten alle organisaties een Signalenwijzer mee nemen. Deze bijscholing werd georganiseerd door de gemeente Amsterdam in samenwerking met Boink (www.boink.nl), om uitleg te geven over de veranderingen binnen de meldcode.

Kerstvakantie

De komende drie weken heeft Praat vakantie. We hebben hard gewerkt en het is tijd om even rust te nemen en energie op te doen. Vanaf 13 januari zijn we er weer.
We wensen iedereen fijne en veilige feestdagen en een gezond en opmerkzaam 2020.

Wat vinden jullie nu eigenlijk kindermishandeling?

De vraag: ‘wat vinden jullie nu eigenlijk kindermishandeling’ hebben we de afgelopen weken weer gesteld aan professionals en studenten aan wie scholing gaven.
Deze vraag stellen we, omdat we denken dat het beantwoorden van de vraag cruciaal is om te kunnen signaleren.

Als we aan professionals of vrijwilligers de vraag stellen ‘wat vind jij eigenlijk kindermishandeling’, dan worden er twee dingen duidelijk:
1. Dat bijna niemand precies kan omschrijven wat hij of zij kindermishandeling vindt en
2. Dat als we dat aan tien mensen vragen, we ook tien verschillende antwoorden krijgen.
Dit betekent dat we, als we mensen vragen om kindermishandeling te signaleren, we hen vragen iets te gaan zien waarvan ze niet helemaal precies weten wat dat is. En dat we vragen iets te signaleren waar geen consensus over bestaat.
Dat maakt het signaleren nóg ingewikkelder dan het al is.

Belangrijke vraag

Om goed te signaleren moeten we deze belangrijke, maar ook ingewikkelde vraag, met elkaar gaan beantwoorden. En dat betekent dat we met elkaar in gesprek moeten. ‘Wat vind ik eigenlijk kindermishandeling, waarom vind ik dat wel en mijn collega niet’. En daar wordt het gesprek ook meteen persoonlijk. Want komt het door mijn eigen opvoeding, mijn eigen ervaringen, mijn (geloofs)overtuiging, hoe ik zelf in het leven sta dat ik een iets andere definitie heb van kindermishandeling? Soms zal dat ongemakkelijk voelen, en vaak willen we heel persoonlijke dingen niet met collega’s delen. Maar toch is het in deze belangrijk.
Want door dit gesprek te voeren, wordt het sowieso makkelijker om over kindermishandeling te praten. Oefening baart kunst! En erover praten scherpt je standpunt, maakt zaken helder, en kan soms ook je mening doen veranderen.
Maar vooral leer je om samen met je team om te bepalen waar de piketpaaltjes staan, wanneer jij en je collega’s vinden dat jullie iets moeten doen.

Je gesteund voelen

Wanneer je concreet weet wat je kindermishandeling vindt, kan je ook goed gaan kijken en signaleren. En als je weet hoe je collega’s erover denken, kan je makkelijker je zorgen met hen delen en samen tot actie overgaan. En dat samen is belangrijk. Het signaleren van kindermishandeling, het erover in gesprek gaan met kinderen en ouders is lastig, spannend en kwetsbaar.
Wanneer je van het signaleren teamwork hebt gemaakt, wanneer je weet dat je collega’s je steunen, worden de stappen die je moet zetten minder eng.

 

We zijn van start……………….. opweg naar de Afsluitdijk!

Al sinds de oprichting van Stichting Praat in 2012 zeggen we dat we ‘ooit’ een waslijn vol vuile was over de Afsluitdijk willen spannen. Een bijzonder groot en ingewikkeld project waarvoor we sowieso 69.000 stuks beschreven wasgoed nodig hebben.

Waarom de Afsluitdijk?

Tijdens de Eerste wereldoorlog leden veel Nederlanders honger waardoor de roep om qua voedsel zelfvoorzienend te zijn, groter werd. Er was extra vruchtbare landbouwgrond nodig. Er lagen al  inpolderingsplannen van ingenieur Lely. Deze lagen nog steeds op de plank toen het in 1916 goed mis ging. Er vond in het Zuiderzeegebied een overstroming plaats. Er vielen doden, gewonden, duizenden mensen raakten hun huis kwijt en de economische schade was enorm.

En die ramp was het begin van de Afsluitdijk. Om de bevolking te beschermen tegen het water én om later nieuwe landbouwgronden te creëren, werd in 1920 gestart met de bouw. En in 1932 werd het laatste gat in de dijk gedicht.

Bescherming en zorgen voor, daar staat de Afsluitdijk symbool voor. En dat is precies wat de 119.000 kinderen nodig hebben die jaarlijks in Nederland mishandeld worden.

Van start met de organisatie van ‘Nederland hangt de vuile was buiten’

Begin dit jaar hebben we besloten dat we het ‘gewoon’ gaan doen, de waslijn over de Afsluitdijk. En ondertussen zijn we begonnen met de organisatie van ‘Nederland hangt de vuile was buiten’.
De eerste stap die we gezet hebben is de hulp inroepen van Impact Matters . Zij hebben ons al eerder geholpen en via hen hebben we nu contact met Mammoet en met YSE.
Mammoet helpt ons met de vraag hoe doen het technisch en logistiek georganiseerd moet worden en YSE schrijft voor ons een groot en uitgebreid projectplan.

De volgende stap die we zetten, is het vormen van een coalitie met partner-organisaties en mensen zodat we een groot draagvlak creëren voor dit project.

Het is nog lang niet zeker, maar…………..

De grootste uitdaging is het krijgen van de benodigde vergunningen en ontheffingen. De komende maanden zullen we vooral daar mee bezig zijn. Dat is een proces wat zich vooral achter de schermen afspeelt. Maar we hopen dat we eind van dit jaar duidelijk hebben of de waslijn op de Afsluitdijk er komt of niet.
Wij gaan er van uit dat de waslijn er komt. En met die waslijn vragen we aandacht voor alle kinderen mishandeld worden én voor alle mensen die kampen met de gevolgen van kindermishandeling op de rest van hun leven.

Wat zou je doen?

Begin mei hoorde en las ik het verhaal van Tom Verweij, werkzaam als inspecteur bij politie Zaanstreek. Het ging over twee kleine, ernstig verwaarloosde jongetjes die hij, na een melding, in een woning aantrof.
Diezelfde Tom zat ’s avonds bij Pauw. Daar sprak hij ook zijn verwondering uit over het feit dat het maanden had geduurd voordat iemand in actie was gekomen om deze jongetjes te helpen.
En toen gebeurde er iets bijzonders aan tafel. Want eigenlijk reageerde iedereen met ‘ja maar, het is ook niet makkelijk om in te grijpen’.

Wat zou je doen?

Maar stel, je woont bij mij aan de overkant van de straat. Op een avond kijk je toevallig uit je raam, en het lijkt wel heel erg op dat er bij mij brand is. Wat doe je dan? Denk je: ‘Ach, misschien zie ik het verkeerd’ of ‘misschien heeft Ted de vuurkorf lekker aan in haar kamer’. Bedenk je misschien dat het ongepast is om je met mijn zaken te bemoeien? Of, neem je geen risico en bel je de direct de brandweer?

Of stel; je loopt op straat en vlak voor je loopt een vrouw met een peuter op de stoep naast een drukke straat. En je ziet dat de peuter één seconde aan de aandacht van de vrouw ontsnapt en dreigt de weg op te lopen. Jij kunt die peuter zonder moeite bij de hand grijpen en behoeden voor een vreselijk ongeluk.
Wat doe je dan? Denk je ‘die vrouw oefent met het kind in luisteren’ of ‘deze vrouw weet dat ze het kind kan vertrouwen en dat er niks gebeurt. Denk je misschien ‘daar ga ik me niet mee bemoeien’? Of pak je het kind bij de hand en zorg je ervoor dat het niet onder een auto loopt.

In beide gevallen denk ik dat je tot actie overgaat. En stel dat je daar vervolgens een compliment over krijgt, dan wuif je dat ook nog weg, ‘want het is toch logisch dat je dat doet als er een gevaarlijke situatie dreigt’.

En wat zou je doen als het gaat om vermoedens van kindermishandeling?

Maar waarom is het dan niet logisch om in actie te komen als je allemaal signalen oppikt dat de thuis situatie niet veilig is voor een kind. Waarom vinden we het dan allemaal logischer dat we heel lang wachten, ’tot we het zeker weten’, voor we in actie komen?

Het is een redelijk simpele vraag, waarvan ik weet dat  die niet simpel te beantwoorden is. Maar het is wel een vraag die belangrijk is om aan elkaar te stellen. Om met elkaar in gesprek te gaan over waarom vinden we het zo moeilijk? Welke gevoelens, gedachten, systemen houden ons tegen?
En belangrijker nog, hoe kunnen we ervoor zorgen dat we deze gedachten, gevoelens en systemen niet langer leidend laten zijn.

En begrijp me niet verkeerd, ik pleit niet voor een heksenjacht op ouders, of voor ongefundeerde beschuldigingen. Waar ik voor pleit is dat we met elkaar gaan onderzoeken waarom we zo lang wachten met in actie komen. Want daarmee beschadigen wij, als omstanders, de 119.000 kinderen die mishandeld worden nog een keer. Want als we deze kinderen niet te hulp komen, verwaarlozen wij, als samenleving, deze kinderen. En we weten hoe schadelijk dat is.

Start nieuwe Buurtaanpak Kindermishandeling in Amsterdam Zuid Oost

In opdracht van de gemeente Amsterdam start Praat morgen, op 1 april, met een nieuwe Buurtaanpak Kindermishandeling.
We zijn al een aantal jaren bezig in de Indische Buurt en Oud Oost in Amsterdam Oost. Maar vanaf morgen dus ook in Amsterdam Zuid Oost, en wel in de H-buurt.

Wat is dat precies, een buurtaanpak?

In de buurtaanpak werken we samen met organisaties in de buurt die met ouders en kinderen werken. We werken samen aan het weten, herkennen en signaleren van kindermishandeling. En met elkaar zorgen we ervoor dat het onderwerp op de agenda blijft. We bevorderen ook de samenwerking tussen de verschillende organisaties. Ook de samenwerking tussen organisaties en bewoners proberen we te verbeteren en te versterken.

In de buurtaanpak werken we met een coördinator die geworteld is in de wijk.  In Zuid Oost is dat Helga Ormskirk. Zij is degene die voor Praat de contacten legt met bijvoorbeeld de scholen. Als het contact gelegd is en duidelijk is waar de school tegen aan loopt, dan starten we met een aantal scholingsbijeenkomsten.
De coördinator inventariseert ook met hoeveel kinderen de organisatie te maken heeft. En over hoeveel kinderen er zorgen zijn, en hoe die zorgen eruit zien. En we inventariseren hoe vaak men in de afgelopen jaren in actie is gekomen als er zorgen waren rond een kind en hoe die actie eruit zag .

De werkwijze

Na de inventarisatie gaan we van start. We starten (bijna) altijd met de voorlichting. In de voorlichting krijgen de deelnemers kennis over kindermishandeling, zoals de verschillende vormen die we onderscheiden. En we discussiëren over de vraag ‘wat vind jij nou eigenlijk kindermishandeling’. (Binnen de kaders van de wet natuurlijk.)
Dat vinden we een belangrijke vraag om te beantwoorden; want hoe kan je signaleren als je eigenlijk niet goed weet waar je naar kijkt.

Daarna kijken we met de organisatie naar welke vervolg stappen er gezet moeten worden qua scholing. En waar nodig passen we ons bestaande aanbod aan.

Ouders en kinderen

Natuurlijk worden ouders en kinderen ook betrokken bij de buurtaanpak. Kinderen worden betrokken via de mensen die we geschoold hebben. We maken de volwassenen rondom kinderen gevoeliger voor de signalen van kindermishandeling en we geven ze vaardigheden in handen om met kinderen in gesprek te gaan.

Met ouders gaan we zelf in gesprek. Vaak gebeurt dit op scholen, bijvoorbeeld in de ouderkamer. Daar nodigen we ouders uit om met hen te praten over wat is kindermishandeling. Maar ook wat een positieve manier van opvoeden is. Tijdens deze gesprekken werken we nauw samen met het Ouder Kind Team.

Vuilewasmanifestatie

Wanneer we merken dat we ingeburgerd zijn in de buurt, en wanneer we merken dat het onderwerp leeft, organiseren we ook een Vuilewasmanifestatie.
Tijdens de manifestatie vertelt een ervaringsdeskundige van Praat zijn/haar eigen geschiedenis. En nodigen we het publiek uit eigen ervaringen met de vrijwilligers van Praat te delen.
Met de hulp van de wasdames Ellie en Alie van theatergroep Blik Bijzonder creëert Praat een veilige omgeving. Zo veilig dat mensen daadwerkelijk hun eigen ervaringen, gedachten en gevoelens over kindermishandeling gaan delen. Dit delen gebeurt mondeling, maar ook door op wasgoed statements te schrijven over kindermishandeling en deze daadwerkelijk buiten te hangen.
Zo worden er niet alleen verhalen gedeeld, maar wordt kindermishandeling ook zichtbaar gemaakt.

 

 

Grooming; het proces van beïnvloeden en bewerken.

In de documentaire Leaving Neverland wordt heel duidelijk hoe een kind wordt ‘verleid’, wordt ‘klaar gemaakt’ om tot seksuele handelingen te kunnen overgaan. Grooming is de term hiervoor. Plegers van misbruik nemen de tijd om het vertrouwen van slachtoffers, en de mensen rondom het slachtoffer, te winnen. Waarna seks mogelijk is.
Grooming is een proces waarbij een aantal stappen worden gezet.

Stap 1 en 2

De eerste stap is dat de pleger contact legt met iemand die wat onzeker is. Degene die het thuis niet gemakkelijk heeft,  zich eenzaam voelt. Iemand die net iets naars heeft meegemaakt of iemand die makkelijk te beïnvloeden is.
Als dit contact er is, is de tweede stap voor de pleger om ook vrienden te worden met de ouders en de andere vrienden van dit persoon.

Stap 3 en 4

In stap drie wil de pleger steeds meer en steeds vaker contact. Voor iemand die eigenlijk niet zo lekker in zijn vel zit, die wat onzeker is of eenzaam, voelt dat heel prettig.
En dat leidt bijna automatisch tot stap vier. Namelijk dat het slachtoffer het gevoel krijgt dat hij/zij heel speciaal is, Want als iemand zo graag alleen met mij wil zijn……………….. dan moet ik wel speciaal zijn.
Zeker voor een kind/jongere die een moeilijke tijd doormaakt, is dit bijna onweerstaanbaar.

Stap 5 en 6

In stap vijf eist de pleger steeds meer tijd van het slachtoffer. En daarmee isoleert de pleger het slachtoffer van zijn/haar eigen omgeving. Bovendien wordt het slachtoffer geïnstrueerd ‘zo laten we zien dat we van elkaar houden, maar dat snappen de anderen niet’, ‘moet je echt met je vriendin op stap? Wij samen hebben het toch veel leuker’.
De pleger voert de druk op, en bij het slachtoffer wordt de verwarring, de schuld en schaamte steeds groter.
In stap 6 wordt er steeds duidelijker aangestuurd op een seksuele relatie. Of wordt het afdwingen van seksuele handelingen mogelijk.

Deze stappen staan beschreven in het boek ‘Seksueel misbruik wegkijken of weten hoe het werkt’ van Harriet Hofstede.

De Signalenwijzer, de eerste reacties.

Sinds vier maanden wordt er in verschillende organisaties met de Signalenwijzer gewerkt. Tijd dus om de eerste balans op te maken.

Maar eerst nog even het geheugen opfrissen; de Signalenwijzer, wat is dat ook alweer?
Het is een hulpmiddel om in gesprek te gaan over het signaleren van kindermishandeling.
Het is gemaakt om te helpen van het signaleren teamwork te maken. Om ‘niet pluis gevoelens’ bespreekbaar te maken en om elkaar te helpen zo objectief mogelijk waar te nemen.
Het helpt ook om uit een zogenaamde ‘tunnelvisie’ te blijven.

Dit hulpmiddel is ook gemaakt om de periode tussen het opmerken van het eerste signaal en de eerste actie te verkorten.

En werkt het in de praktijk?

Wanneer we, vanuit Praat, een workshop met de Signalenwijzer geven merken we, met groot plezier, dat deelnemers vaak niet meer stoppen met praten. En dat alle dilemma’s, vragen, onzekerheden, aannames en vooroordelen spelenderwijs aan de orde komen.

Tijdens de workshops merken we ook dat het visueel maken van signalen, en daar ook direct een waarde aan geven het gesprek aanwakkert, maar mensen ook de ogen opent; ‘kan dit ook een signaal zijn’.

Bij de evaluatie van de workshops horen we steeds terug dat het zien van de signalen op het spelbord heel duidelijk maakt dat iedereen anders kijkt en ook de mogelijke signalen anders interpreteert. En dat het gesprek daarover, over de verschillen, juist de casus meer verheldert.
Deelnemers geven ook aan dat op deze manier het signaleren meer teamwork wordt, en dat dit de actiebereidheid, wanneer dit nodig is, groter maakt.
En, ook niet onbelangrijk, dat men een leuke middag heeft gehad, terwijl het onderwerp kindermishandeling heftig, zwaar en kwetsbaar is.

Bevindingen van anderen.

Dit zijn onze bevindingen, maar hoe werkt het als wij er niet bij zijn?
Afgelopen maand hadden Nico den Dulk van Spelparteners (mede-ontwikkelaar van de Signalenwijzer) en ik een evaluatie gesprek met Sandra, aandachtfunctionaris bij Cedin. Een grote organisatie in het noorden van het land. Cedin is een innovatieve organisatie waar onderwijs en jeugdzorg samenkomen.

In dit gesprek werd duidelijk dat het werken met dit hulpmiddel de teams veel oplevert. Door de werkvorm gaan mensen actief aan de slag waarbij de noodzaak om alert te zijn op mogelijke signalen van kindermishandeling meer voelbaar is geworden.
Door het werken met de Signalenwijzer werd er binnen de teams meer gesproken en nagedacht over mogelijke signalen. Soms werkt het hulpmiddel als een eyeopener: ‘He, ik had niet gedacht dat dit een signaal zou kunnen zijn’.
En Sandra merkt dat, nadat het team met de Signalenwijzer heeft gewerkt, het team eerder contact met haar opneemt en vaker zorgen met haar deelt.

Sandra had ook nog een paar kritische kanttekeningen; wat bij de medewerkers van Cedin vooral gemist werd was een uitgebreidere toelichting op de beschreven casussen.
Deze feedback nemen we mee om de volgende editie verder te verbeteren.

Onverwachte evaluatie

Ook van andere organisaties krijgen we reacties, hier op LinkedIn verscheen het onderstaande bericht:
“Vandaag met de medewerkers van wijkteam Afrikaanderwijk het Signalenwijzer spel van Stichting Praat gespeeld. De casus ‘Mandy’ riep veel discussie op onder de collega’s. De sensitiviteit op signalen van (kinder)mishandeling/huiselijk geweld is weer aangewakkerd!”

Ook hier blijkt dat de Signalenwijzer doet waar deze voor gemaakt is. Namelijk het gesprek openen en mensen gevoeliger maken voor de signalen van kindermishandeling.

Al met al zijn de reacties positief. We blijven de gebruikers van de Signalenwijzer monitoren, en houden jullie op de hoogte over de ontwikkelingen.

Interesse in de Signalenwijzer?

Mocht je interesse hebben in de Signalenwijzer; bestellen kan via: https://www.spelpartnershop.nl/winkel/jeugd-opvoeding-jeugdzorg/signalenwijzer-gesprekstool-kindermishandeling/
Voor meer informatie of voor een workshop met de Signalenwijzer, kijk op de website van Stichting Praat; www.praatoverkindermishandeling.nl/signalenwijzer of neem contact met ons op via de mail: contact@stichtingpraat.nl

Het belang van Leaving Neverland.

Vandaag gekeken naar Leaving Neverland. Wat mij het meest heeft getroffen is de gelaagdheid in de verhalen van de twee mannen. De liefde, de bewondering, de angst, de eenzaamheid, de walging, de schaamte, de loyaliteit, het ‘genot’, het ongeloof. Al deze gevoelens zijn herkenbaar voor mensen die als kind misbruikt zijn.

En die complexe mix van al die verschillende gevoelens maakt het bijna onmogelijk om over het misbruik te praten. Zeker als kind, zeker als je er nog midden in zit.
Maar ook als volwassene blijft het ingewikkeld en gelaagd, juist omdat al die verschillende gevoelens een rol blijven spelen.

Gelaagdheid ook bij de beleving van de dader

En ook omdat daders niet alleen maar dader zijn. Een dader is niet alleen maar slecht, is niet de duivel in eigen persoon.
Ik ben als kind misbruikt, en ik heb ook liefdevolle herinneringen aan de dader. Dat betekent dat ik niet alleen te maken hebben met mijn eigen complexe en gelaagde emoties, maar ook met de complexiteit van het gedrag en de emoties van de dader.

De deskundige

Klinisch psycholoog Iva Bivanic, hoofd van het Landelijk Psychotrauma Centrum UMC & Centrum Seksueel, Geweld Nederland verwoordde het zo:

‘Leaving Neverland gaat over de complexiteit van de dynamiek van seksueel misbruik. Niet over de spin of de vlieg maar over het web van geheimhouding, isolatie, verwarring, mindtwisters, afhankelijkheid, schuld, schaamte, loyaliteit, dubbellevens, verstrikking en eenzaamheid. Het slachtoffer of de ouders de schuld geven. De verwijten en beschuldigingen kunnen schadelijker zijn dan de gebeurtenis zelf. In plaats van compassie te tonen hebben we meteen onze mening klaar. Dus probeer anders te denken. Uiteindelijk, en ik snap dat dit naar is om te lezen, kan elk kind misbruikt worden. Dus ik zou heel graag een oproep willen doen: als je ouders kent van een misbruikt kind en je leest dit, doe of zeg dan iets wat troost biedt. Ga naar ze toe in plaats te zwijgen, of ze de rug toe toe te draaien’.

Bekijk de documentaire om te leren.

Ik raad iedereen aan om de documentaire te bekijken, juist omdat het zo’n inkijk geeft in de complexiteit.
https://www.npostart.nl/leaving-neverland-live/08-03-2019/VPWON_1303138 

 

https://www.npostart.nl/leaving-neverland-live/08-03-2019/VPWON_1303138

Buurtaanpak kindermishandeling in Amsterdam Zuid Oost

We hebben van de gemeente Amsterdam de bevestiging gekregen dat de subsidie voor de Buurtaanpak Kindermishandeling Amsterdam Zuid Oost is toegekend. Daar zijn we ontzettend blij mee! En we zijn ook trots, omdat de gemeente Amsterdam laat zien vertrouwen te hebben in de aanpak van Stichting Praat.
In nauwe samenwerking met de preventiemedewerker Naira Gomez van Amsterdam Zuid Oost, gaan we aan de slag.

Wat is de Buurtaanpak Kindermishandeling?

De Buurtaanpak is een project wat uitgevoerd wordt in een bepaalde wijk. In deze wijk worden alle organisaties die met kinderen en/of gezinnen werken, geschoold over het signaleren van kindermishandeling. Daarbij stimuleren we deze organisaties om meer samen te werken als het gaat over de veiligheid van kinderen.
De Buurtaanpak is een langlopend project waarin we veel aandacht besteden aan het opbouwen van een goede werkrelaties met onze partners.

Praat heeft ondertussen geleerd dat het nodig is om kindermishandeling voortdurend onder de aandacht te brengen. Het is een onderwerp dat snel van de agenda verdwijnt.
Omdat het een begrijpelijke reflex is om de ogen te sluiten voor het bestaan van kindermishandeling. Want, als men zich er wel van bewust is, kan kindermishandeling heel dichtbij komen. Om te kunnen signaleren is het noodzakelijk dat er een actief bewustzijn is dat kindermishandeling bestaat. Daarom is het belangrijk om over een lange periode kindermishandeling onder de aandacht brengen.
Verankering van de bewustwording is cruciaal in de bestrijding en vroeg-signalering.

De Buurtaanpak in Zuid Oost

Deze week hebben we in een eerste gesprek met de preventie medewerker van Amsterdam Zuid Oost. In dit gesprek hebben we besproken wat er nodig is om per 1 april te kunnen starten.
We hebben twee dingen nodig:

  • veel informatie over de verschillende organisaties in Zuid Oost hebben
  • een coördinator Buurtaanpak Kindermishandeling .

    Het vervullen van die vacature heeft momenteel onze prioriteit. Mocht je interesse hebben, en woon je in Amsterdam Zuid Oost of ken je de buurt heel goed? Neem dan contact op met Ted Kloosterboer, ted@stichtingpraat.nl 

Waar blijft de collectieve verontwaardiging?

De meeste van ons hebben premier Rutte wel gehoord die, terecht, boos was op mensen die in de oudejaarsnacht hulpverleners het werken hadden belemmerd en hen in gevaar hadden gebracht. Heel terecht dat Rutte hier boos over was (alhoewel ik wel mijn bedenkingen heb bij hoe hij zijn boosheid uit, maar dat wordt een ander artikel.), en gelukkig hij niet alleen. Als het gaat over geweld tegen hulpverleners kunnen we zeggen dat er sprake is van een terecht breed gedragen verontwaardiging.

Eind vorig jaar en begin van dit jaar kwamen er ook een aantal berichten voorbij over seksueel misbruik binnen de sport. Een atletiek leraar die bekend heeft dat hij negen minderjarige meisjes seksueel heeft misbruikt. Een zwemster die haar verhaal verteld over misbruik door haar coach. En dit jaar zijn er ook al weer berichten verschenen over kinderen die mishandeld worden. Zoals een jongetje in Ridderkerk wat van het balkon wordt gegooid.

En even is daar aandacht voor, ook in de media. En natuurlijk wordt er in die berichten met afschuw en verontwaardiging over deze zaken gesproken. Maar de berichtgeving houdt snel op en wat mij hogelijk verbaasd is dat er geen collectieve verontwaardiging ontstaat. Ik hoor onze premier er niets over zeggen, en ook in talkshows, nieuwsrubrieken etc. het gaat er (bijna) niet over.

Terwijl de gevolgen voor de slachtoffers enorm zijn. Over het algemeen is de impact van dit soort gebeurtenissen levens veranderend, en meestal niet in positieve zin. Slachtoffers die ernstig getraumatiseerd zijn ontwikkelen niet zelden psychische klachten. Maar ook het ontwikkelen van fysieke klachten, angststoornissen, verslavingen, moeite krijgen met relaties, niet meer in staat zijn om te werken; dit kunnen allemaal gevolgen zijn van ernstige traumatisering in de jeugd. (En met de voorbeelden die ik net heb genoemd, kunnen we er bijna zeker van zijn dat deze slachtoffers ernstig getraumatiseerd zijn.)

Als dit persoonlijke leed niet voldoende voeding is voor collectieve verontwaardiging, misschien zijn het dan de maatschappelijke gevolgen: Dr. Willem Jan Meerding schat in zijn onderzoek ‘De maatschappelijke kosten van kindermishandeling’ uit 2003 de kosten op € 965 miljoen. Wel meneer Rutte, wat is hier uw reactie op?

Ik pleit er hier niet voor om een heksenjacht op zogenoemde daders te starten, ik pleit er ook niet voor om, met de woorden van premier Rutte, zogenoemde daders in elkaar te slaan. Maar maar ik wel voor pleit is oprechte aandacht en steun voor de slachtoffers die dit soort geweld hebben meegemaakt. Publieke en media aandacht zodat de slachtoffers horen, voelen en weten dat ‘men’ met hen meeleeft. Dat ‘men’ hen ondersteunt, en dat ‘men’ hen niet vergeet. En dat men collectief verontwaardigd is dat dit soort geweld plaats vindt.

Met z’n allen net doen alsof dit geweld niet bestaat, deze slachtoffers niet bestaan, is opnieuw geweld plegen tegen deze slachtoffers.